Een winterse editie van De Nacht

Het is inmiddels een kleine traditie: een wintereditie van de Nacht van de Poëzie met de genomineerden voor de VSB Poëzieprijs. Dit jaar verwelkomen Nachtpresentatoren Piet Piryns en Dichter des Vaderlands Ester Naomi Perquin de volgende vijf genomineerden: Tonnus Oosterhoff, Marije Langelaar, Joost Baars, Mieke van Zonneveld en Charlotte Van den Broeck.

Tijdens ‘Een winterse editie van De Nacht’ worden voordrachten en interviews afgewisseld met muziek van het muzikaal-absurdistische cabaretduo Yentl en de Boer. Net als elk jaar vindt ook deze editie van de Winternacht weer plaats op een bijzondere locatie: dit keer in een onbekend 19e eeuws kerkje op de Boothstraat nummer 7.

De kerkzaal in 1905

Kerkje tegenover het Beetshuis
De kerk werd in 1899 gebouwd naar ontwerp van de architect Albertus Nijland. Bij de opening van de kerkzaal in 1900 vermeldde het Nieuws van den Dag: “De kerkzaal ziet er zeer gezellig uit: in het benedengedeelte stoelen en langs de wanden banken, terwijl een ruime trap voert naar een flinke gaanderij. Getemperd licht valt door geschilderde ramen. Het spreekgestoelte bereikt men door een dubbele trap en is als een hoogstaande katheder ingericht; daarvoor staat het orgel.” Een bijzonder detail is dat de kerk is gebouwd tegenover het woonhuis van de dichter Nicolaas Beets, die zelf predikant was. Hij bewoonde vanaf 1854 samen met zijn gezin Boothstraat nummer 6. De gedichten ‘Nieuwe Woning’ en ‘Mijn hof’ wijdde Beets aan Boothstraat 6: “Uw liefdezorg heeft mij beschoren // Dit goede, ruime, stille huis, // Waar ’k, in de stad, het stadsgedruisch //  Kan, maar niet hoef te hooren.” Beets is maar kort de overbuurman van de Protestante Kerk op nummer 7 geweest: op 17 maart 1903 werd hij vanuit zijn huis op nummer 6 begraven.

Nicolaas Beets in de achtertuin van zijn woning op Boothstraat 6 (in 1902)